duijntrio.reismee.nl

Foto's

Vandaag eindelijk foto's kunnen plaatsen.

Veel kijk plezier.


Traditie.

Traditie.

De laatste dag van deze reis is dan echt aangebroken. We hebben lekker geslapen. Peter gaat al vroeg op pad om de lege koffer, die Wessel vol heeft meegnomen uit Nederland, op te halen bij Grace en Gerald. Dan kan daar nog de nodige bagage in. Hij gaat vroeg, omdat de kamer om tien uur leeg moet zijn. Wessel en Anne-Lise pakken in de tussentijd te spulletjes zoveel mogelijk in. Het is een kwartiertje lopen. Je loopt deels langs een doorgaande weg. Diverse keren stoppen bodaboda rijders en chauffeurs toeteren om te kijken of ik te lui ben om te lopen. Maar het is wel goed voor mijn knie om een beetje te bewegen. Via een steile kortere route kom ik bij het huis. Aaroin en neef Peter wassen de auto. Jessica is blij me te zien. De koffer staat nog vol. Dus leegkiepen maar. Grace staat erbij en zorgt dat de inhoud goed terecht komt. Helaas gaat de koffer niet leeg mee. Grace heeft een flinke pot pindakaas gemaakt. Een papaya en twee avocado’s moeten ook mee. En er is meer wasgoed dan gedacht. Al met al is de koffer alweer vol en er gaan nog twee plastic tasjes vol mee. Aaroin loopt mee naar de doorgaande weg met de koffer op zijn hoofd. Daar pakt Peter een bodaboda. Terug in Red Chilli zitten Anne-Lise en Wessel op hun ontbijt te wachten. Peter sluit aan. Twee uitsmijters met toast en African coffee voor de mannen en muesli met yoghurt voor Anne-Lise. Na het ontbijt op naar de kamer. Koffers herindelen. De overrijpe avocado’s en de papaya verdwijnen naar de keuken van Red Chilli. Vier koffers onder de 23 kg. Op tijd van de kamer. Om 1 uur komt Gerald ons ophalen. Nu tijd voor onszelf. Wessel doet wat aan zijn studie, Anne-Lise trekt baantjes in het zwembad en Peter relaxed en werkt de blog bij. Er zijn vandaag vooral Amerikaanse jongeren en een groep oudere Nederlander (nee niet wij),die mee gaan doen aan een fietstocht in Kampala. De bagage staat achter slot, paste er nog net bij. De deur kon nog net dicht en op slot.

Ineens staan Gerald en Machia voor onze neus. We laden de bagage in en rijden naar het huis van Gerald. Het plan is om met een aantal mensen naar Lake Victoria in Entebbe te rijden. Daar de middag aan het water door te brengen en om vijf uur, half zes gefrituurde tilapia te eten. Deze traditie is in 2009 geboren en sindsdien onderdeel van het afscheid nemen. De traditie is eigenlijk uit nood ontstaan. Je weet nooit hoelang je erover doet om vanuit Kampala naar de luchthaven in Entebbe te rijden. Het is beter om vroeg in de middag te gaan, dan ben je zeker op tijd in Entebbe. En zo is het ooit ontstaan. In het busje zijn tien zitplaatsen, maar die blijken niet voldoende. We gaan uiteindelijk met 16 personen de bus in. Neef Peter, Jessica, Ezechiel, Esther, Aaroin, Solomon, Jennifer, Grace, Gerald, Machia, Joseph, een kleermaakster, een buurvrouw die pinda’s voor ons gekocht heeft en wij drieën. Een beetje proppen, maar wel gezellig. Na een kleine twee uur zijn we op de plaats van bestelling. Onderweg heeft Peter voor de laatste keer gepind. Wij betalen de kosten van de drank en het eten. En daar de groep groter is dan verwacht.... Eerst checken of ze voldoende tilapia’s hebben. Ze hebben groot formaat vissen die je kunt delen met twee personen. Wel vooraf afrekenen graag. Dat doet Peter, maar wenst wel een bonnetje. Er wordt gekletst, gevoetbald en gespeeld. Grote maraboes lopen reeds in de rondte in afwachting van de vissen. De ook nog door ons Bernard verschijnt ook ten tonele. Er wordt knetter hard Europese popmuziek gedraaid. De vissen zijn best groot. In stelletjes delen we de vis en de frites. De maraboes wachten geduldig af. Af en toe staat Aaroin op om ze weg te jagen. Dat helpt natuurlijk maar even. Voor ons Nederlanders is de temperatuur ok, maar de Oegandezen krijgen het fris. De zon is inmiddels ondergegaan, zeven uur. Om half acht besluiten we naar de luchthaven te rijden. Peter doet nog snel een lange broek aan voordat de bus volgeladen wordt.

Bij de luchthaven worden nog een paar foto’s genomen. Na een innig afscheid, waarbij geen traan vloeit, lopen wij met de bagage de vertrekhal binnen. Bij de balie vragen ze Wessel of hij wil upgraden naar business class à driehonderd euro. Na enig twijfel en omdat Peter en Anne-Lise al verder zijn, besluit hij het niet te doen.helaas hebben we vijfenveertig minuten vertraging. Kwart over twaalf vertrekken we. We slapen wat, kijken films en eten en drinken. Om half zeven op Schiphol. De bagage ligt snel op de band. Aan de andere kant staan onze chauffeurs te wachten. Duco en Nel. Helaas voor Wessel is zijn luxe leventje voorbij. Hij moet weer zelf zijn bagage dragen. Op naar Spijkenisse. Aan deze geweldige vakantie is een eind gekomen. Het is goed zo. We hebben mooie herinneringen gemaakt.

Bedankt voor het lezen van onze verhalen en voor de reacties.

Lieve groet.

Terug

Terug.

In het donker de koffer gepakt. Nou ja niet helemaal donker, we maken gebruik van het licht van een zaklamp. Met dezelfde zaklamp lopen we honderd meter over een paadje naar de pit latrine. Zeg maar een wc met een gat in een betonnen plaat. Hangend boven het gat met een zaklamp tussen de tanden, best een belevenis. We komen geen nijlpaarden of ander wild tegen. In de verte zien we zaklampen van waarschijnlijk Gerald en Wessel. Het begint te dagen in het oosten als we het kamp verlaten. De impala’s op het middenterrein worden ook wakker, net als de guard bij de poort. Hij steekt een sigaretje op. Dat zie je trouwens niet veel in Oeganda. Rokende mensen.

Met hoop op het zien van een grote kat rijden we het ontwakende nationale park binnen. Met de slaap nog in hun ogen worden we begroet door impala’s, heel veel zebra’s, apen in verschillende uitvoeringen en een mannetjes bushbock. Geen katten vandaag. Vanaf het park is het een andere slechte weg naar de doorgaande weg dan op de heenreis. Na een uur komen we op asfalt. We genieten voor het laatst van de mooie landschappen, de bedrijvige dorpjes, de groente en fruitstalletjes, kinderen die met vis en eieren langs de weg zwaaien, de bodaboda’s (brommertaxi’s) met minimaal 3 personen en het rijgedrag van met name truck chauffeurs. Het is wederom schitterend weer en daar wordt je in een rijdende auto slaperig van. Gelukkig hebben wij daar alle drie last van en dommelen regelmatig weg. Ook vandaag weer een paar keer een politiecontrole tegen gekomen. De eerste keer hadden we een gezellig praatje over Nederland, zonder enige controle. De tweede keer controle van de verzekeringsstickers. De derde keer was de agent een oud klasgenoot van Gerald. Na een vriendelijke begroeting vervolgen we onze reis. Bij de vierde hoefden we niet te stoppen. Als we in Kampala arriveren sluiten we aan in de files. Een ongeorganiseerde bende is het op de weg. De brutaalste en de chauffeur met het meeste lef schiet het meeste op. En Gerald deinst niet terug voor de jungle van Kampala. Maar ook hij staat regelmatig stil. Het enige verkeerslicht in Kampala zorgt voor meer chaos dan regulering. Na ruim anderhalf uur rijden we de wijk Kirombe binnen. Bijna thuis. We worden afgezet bij Red Chilli Hydeaway. Hier brengen we gedrieën de nacht door. Even nog op ons zelf. Zonder de aanwezigheid van goedbedoelende vrienden.

Het is inmiddels half vier. Om vijf uur willen we naar de kerk. Wessel wil zo een dienst graag meemaken. In het hostel frissen we ons op onder de heerlijke douch. Die is niet op onze kamer, alsook het toilet niet op onze kamer is. We hebben een kamer met drie bedden.

Te voet gaan we naar de kerk. Bij het huis van Gerald aangekomen zien we Rachel, de tweede dochter van Gerald, met haar baby. Eindelijk alle negen kinderen gezien. We nemen nog water mee en lopen het laatste stuk door de armoedige straten van Kirombe.

De dienst begint om vijf uur. Wij zijn er kort voor aanvang. Het is nog niet druk. Er wordt volop gezongen. Via een beamer op een scherm kun je de tekst volgen. De geluidsinstallatie staat op standje hard. De live band (drums, basgitaar, gitaar, trompet en keyboard zorgt voor de begeleiding. Aaroin is de bassist. Langzaam wordt het drukker. Opio brengt de gemeente verder in de mood. Hij zingt of zijn gezang hem rechtstreeks naar de hemel brengt. Vol overgaven en met gesloten ogen. Tegen half zes begint het. Eerst een woord van de pastor, waarin wij meer dan welkom geheten worden. Peter krijgt een microfoon in zijn hadden om een woordje te spreken. Hij stelt zijn reisgenoten voor, waarna luid geklapt wordt. Nog een paar zinnen van dank en blijheid weer in Oeganda te zijn sluit hij af met de woorden :”Weebale nyo”. Dank u wel. Dan de preek. Dit keer een pastor uit Congo. Hij preekt in het Swahili en Joseph vertaalt in het Engels. Wat wij niet begrijpen is waarom er altijd zo geschreeuwd moet worden. En dan ook het volume op tien. Tot twee keer toe valt de stroom kortstondig uit. Dan is het geluid aanmerkelijk minder. Als er weer gezongen en gespeeld wordt is het een swingende kolkende massa in de kerk. Aan het eind gaat de collecte zak rond. Eerst verlaten de vrouwen, die rechts zitten, de kerk, en dan de linkszittende mannen. De eerste die buiten komt aagt naast de de deur staan. De tweede geeft de eerst een hand en zegt :”God bless you”, en gaat naast de eerste staan. De derde geeft de eerste en de tweede een hand, etc. Uiteindelijk staat er een hele rij en iedereen heeft iedereen een hand gegeven. Daarna wordt er nog wat na gekeuveld. Vooral kinderen blijven handjes geven.

Op naar het feest. Al maanden is duidelijk dat er een soort herdenkingsfeest van het huwelijk van Anne-Lise en Peter plaats gaat vinden. We lopen naar Stella’s huis. Zij wilde het feest heel graag bij haar thuis houden. Hoewel het huis klein is. Maar Gerald had nog zo gezegd dat er maximaal 10personen uitgenodigd zouden worden. Als we aankomen zijn er al de nodige mensen aanwezig. Sommigen kennen we en sommigen denken we niet te kennen. Er wordt nog volop gekookt, het is half acht. Om een uur zijn ze al begonnen. De accu van de ACE 1 is leeg. Er wordt op zeker vijf stoves gekookt. Angela, Jessica en Stella zijn de koks die we kennen. Er lopen er nog een aantal rond. Er wordt uitbundig gezongen en gedanst. Gerald neemt het voortouw. Hij houdt een vlammende toespreek vol met lieve woorden. Het aantal aanwezigen is inmiddels aangezwollen tot misschien wel 50 personen, een bescheiden feestje dus. De Congolese pastor bidt in het Frans en dan vallen we aan. Er is van alles en veel. Matoke, milletbread, rijst, chapatti’s, gekookte en gestampte aardappelen, varkensvlees, kip, vis, groente, pindasaus, en dat wat ik niet meer weet. Een meer dan overdadige maaltijd. Na de maaltijd is er limonade in uitvoeringen die je bij bij ons niet kent. Nu houden vier verschillende aanwezigen een toespraakje. Ook Stella, de weduwe van de pastor, die Peter al van 2009 kent. Zijn heeft een taart laten maken en die wordt door het bruidspaar ceremonieel aangesneden, onder luid gejoel en applaus. We moeten elkaar oeren en delen de taart uit. Dan volgt een flesje zoete limonade. Het wordt in een glas geschonken en het bruidspaar moet elkaar laven. Weer gejoel en geklap. Met een paar laatste liedjes waarbij de vloer trilt van het springen en dansen komt aan deze memorabele avond een einde.

Bedankt lieve mensen, het was een emotionele avond. Gerald brengt ons terug naar Red Chilli, met een volgeladen wagen. De rest brengt hij daarna thuis. Tot morgen.

Lieve groet.

Warm, warm.

Warm, warm,

De laatste 2 dagen in de auto onderweg waren heet , gezellig met uitlaatgassen, tussentijds weer het nodige gezien en meegemaakt. Na de massage en heerlijk diner en verrassend heerlijk geslapen in het zeer luxe hotel van een Engelse eigenaar. Het personeel weer 15 uur in touw en dat 7 dagen in de week, meelevend, lief en belangstellend op een professionele manier. Genoten! Onderweg naar lake mburu was het warm en zonnig we hebben er iets langer overgedaan door onderweg te picknicken en een lege band. Ook grote vleermuizen gezien die overdag in een bananen boom hingen en gulzig, luidruchtig aan het eten waren. Alleen in die boom , overdag, bijzonder. Waarschijnlijk gegiste overrijpe bananen?

Bij het constateren van de lege band onderweg bij de eerste stop om even de benen te strekken, waren drie kinderen paddestoelen aan het verkopen, vers geplukt. Kleine witte in vorm te vergelijken met eekhoorntjes brood. De snelle aftocht door een band die shhhhh zei een handvol kruidnootjes in de handjes achtergelaten. Op naar de volgende grote plaats. Bij het proppen van de band, op weg naar het plaatselijke toilet vergezeld door Wessel, toegeschreeuwd door een krijsende ekster. Verderop in de straat gekeken naar een berg houtskool en een klein rookwolkje, wat veroorzaakt werd door een man die met een op en neer gaande beweging twee stokken met daaraan ronde lappen spijkerstof lucht verplaatste in de smeulende hoop houtskool. Lampje, een smid en ja hoor er lag een machete in de hitte. Gelach alom, omdat ik nieuwsgierig kwam kijken. Hadden wij ook nog een smid in Goudswaard toen ik klein was? Smid Radewalt? Dat is dan long time ago. Je ziet het nergens meer. En deze smid was heel primitief met de stokken verbonden met stof. Geen blaasbalg van leer. Het slapen in een formaat tuinhuisje en Wessel in een Banda met zebra strepen bij lake mburu was ook top, een zee van ruimte is niet nodig. Heerlijk schone lakens op bed en knorren maar. Zelfs de douche in een hutje apart met alleen een dikke waterstraal verwarmt door een drum met water opgestookt door houtskool is perfect, na een hete dag game-drive en afstanden afleggen, excellent. Het dineren aan het water in een restaurantje met heerlijk eten, de keuze uit 6 gerechten is lekker. De sterren hemel in een pikdonkere nacht is enorm, met vuurvliegjes en vallende ster. De tocht naar het toilet is tricky, omdat de afstand ong 300 meter is in het donker en met een heleboel nachtelijke geluiden, zoals het boeren van een nijlpaard. Begeleid door Gerald met goede ogen in het donker, ben ik heel huids gearriveerd.

Na het plukken van koffiebonen, sinaasappelen plukken, kip slachten, weer veel geproefd deze reis: sprinkhanen gebakken in olie, rauwe koffiebonen( smaken zoet), verse sinaasappelen gelijk van de boom, en heel veel vegetarische maaltijden met fried egg or boiled. De vis is veelal tilapia gevangen in lake Victoria.


Na een warme dag in de auto met vele opstoppingen in het verkeer, komen we aan bij de red chilli, een hostel, allemaal een eenpersoonsbed met een klamboe. Gelukkig geen stapelbed, die heb ik ook nog zien staan.

Daarna op naar ons feestje, bij Stella. Aangekomen na een kerkdienst met schreeuwerige vertaling en gelukkig af en toe stroom uitval, zitten we heerlijk buiten in de koelte. We worden uitgenodigd om binnen te komen zitten met weer een heleboel onbekende gasten, die mijn naam wel weten en ik die van hun niet. Niet mijn ding. Ik vind het vervelend om in een ruimte met allemaal onbekende mensen te zitten waar ik niets mee heb,weer een praatje pot, zeker geen zin in. De leukste mensen die ik ken waren druk aan t koken en organiseren. Vandaar dat ik de eerste uren plichtmatig geglimlacht heb en er geen reet aan vond. Misschien het toppunt van gezelligheid, de mannen met telefoon en de aanwezige dames glimlachend.Door Grace ,Stella en een dame van de kerk met een aantal nichtjes van Gerald is er heel de dag gekookt en gebakken. Lief en lekker. Zelfs een prachtige taart werd aan gerukt. Gezongen en geklapt,bedankt en uitgezwaaid. Ik had het knusser verwacht, maar ja 2 mzungu s die dit jaar getrouwd zijn, dat moet gevierd worden. Dus de pastors waren er met vrouw, die ik nog nooit gezien had, what to do!

Lekker geslapen, en vandaag ook weer lekker, naar huis mijn kinders zien en knuffelen. De poezen naar buiten wieberen, die ons w.s. Ook gemist hebben. X voor allemaal en tot gauw weer ziens, jullie verhalen horen en meebeleven. Groet Alice

Lake Mburo

Lake Mburo.

Wat gaan we allemaal missen nu we Mahogany Springs moeten verlaten? De warme kruiken in ons bed, het zingen en de muziek van de Pygmeeën iedere avond verderop in het dal, het uitzicht op het ondoordringbare regenwoud, de super service van al het personeel, kortom het was meer dan geweldig. Nu gaan we naar een tent in het lake Mburo national park. Maar eerst nog uitgebreid ontbijten. De kok maakt Spaanse omeletten, er staat getoast brood op tafel en het buffet staat vol met allerlei lekkers. Met een gevulde maag gaat Peter afrekenen. De massage is apart, die moet in dollars. De Oegandese bank neemt geen biljetten aan van voor 2007. En hij heeft er een van 2006 en een van 2002. Die van 2006 wordt niet geaccepteerd omdat en minimaal scheurtje in zit, een paar mm groot. Dan geeft Peter die van 2002. Die wordt zomaar geaccepteerd. Op naar lake Mburo. Onderweg een boom vol met vleermuizen, of waren het vliegende honden. Een gekrioel van jewelste en wat een kabaal. De packed lunch willen we nuttigen bovenop een berg, met een schitterend uitzicht. Drie kinderen verkopen er guaves en kleine witte paddestoelen (zonder de bijbehorende kabouter). Helaas gaat het feest niet door. We kunnen nog net een paar mooie kiekjes schieten en de kinderen wat kruidnoten geven, dan moeten we snel verder. De rechter achterband loopt leeg, je hoort de lucht de band verlaten. Snel naar iemand die banden kan repareren. Het is ons niet duidelijk waarom we doorrijden en niet de reserveband gebruiken. In het eerste dorpje is er geen bandenplakker. Door naar een dorp waar wel banden gerepareerd worden. In een grotere plaats vinden we een bandenplakker. Als we het terrein oprijden staat er iemand met een zware voorhamer een band van een velg te slaan. Meteen komt er een monteur op ons of. Eerst op gehoor en later met water wordt het lek nauwkeurig gedetecteerd. Het wiel hoeft er niet af. Met wat operatie gereedschap wordt er een soort plug geplaatst. Lek verholpen. Binnen tien minuten rijden we verder. We stoppen een paar keer bij kraampjes langs de weg om ananassen, meloenen en uien te kopen. Anne-Lise koopt nog een zak kaapse bessen. Met nog 23 km te gaan verlaten we de asfaltweg. We hebben er lekker op door kunnen rijden, af en toe de honderd km/h aan. Het laatste stuk leidt naar de ingaan van het lake Mburo n.p. De weg is de slechtste die we deze reis meegemaakt hebben. We zoeken naar stukjes weg tussen de putten en kuilen. Als we langs een basisschool rijden rennen er we 100 kinderen naar de weg. Roepen, gillen en zwaaien naar ons. We voelen ons echt welkom.

Als we bij de poort aankomen vragen we ons af waarom de poort geel zwart/wit gestreept is. Meteen door de poort van het nationale park zien de we de eerste zebra’s. Dat is dus de reden. We wisten natuurlijk al dat dit park vermaard is om zijn zebra’s. We zien ook de eerste bushbock van de ze reis, mooie witte stippen op de bruine flanken van deze hertachtige. Verderop staat een topi, verschillende kleuren bruin, van licht tot bijna zwart met een mooi gewei, slank en gespierd. Bijna om iedere bocht zien we weer zebra’s. Impala’ en wrattenzwijn mogen natuurlijk ook niet ontbreken. Als laatste zien we de giraffen. Weliswaar slechts vier, maar ook die hadden we dit jaar nog niet gezien. Als we bij de plaats voor de nacht aankomen blijken we niet in tenten te slapen maar in banda’s (rondavels, of ronde hutjes met een rieten dak). Wessel en Gerald hebben hun eigen banda en de twee oudjes delen een cabin. Wessel slaapt in de zebra. In de banda’s en de cabin staan bedden met muskietennetten en een nachtkastje. Wel ligt er een handdoek en een stukje zeep bij de plastic slippers. Omdat het al bijna donker wordt rijden we naar het restaurant aan het meer, inderdaad lake Mburo. Ondertussen wordt er een houtvuur onder een met water gevulde oliedrum gestookt. Kunnen we dadelijk lekker warm douchen. Als we bij het restaurant komen is het al bijna donker. De kok kan ons nog wel voorzien van een warme maaltijd. Verder zijn er geen gasten. Of je moet de nijlpaarden meerekenen die zich duidelijk laten horen. We hebben zelfs keus uit een zestal menu’s. Anne-Lise en Peter nemen groetestoofpot met chapatti’s, Wessel had hetzelfde met rundvlees, Gerald had groentestoofpot met rijst. De kok zei ongeveer 45 minuten nodig te hebben. Dus we kletsen, kijken naar de vele sterren aan de hemel en zien vuurvliegjes.

De maaltijd is lekker en de ambiance, met een enkel lampje, veel vliegjes, een donker meer met nijlpaarden en kwakende kikkers maken het helemaal af.

Met een zaklamp van de smartphone lopen we naar de auto. Niet veel later rijden we het kamp op. Op het middenterrein staan wel dertig impala’s. Aardedonker en alleen met de koplampen op de kudde gericht toch geprobeerd een foto te maken. Aardig gelukt.

Het water in de drum zal nu wel warm zijn. Dus pakken Anne-Lise en Peter hun douchespullen en een broodnodige zaklamp. Wessel is naar de zebra. Vanaf de drum loopt een leiding met een afsluiter naar de douchekop. Een krachtige hete straal is het gevolg. Heerlijk douchen in het schijnsel van een zaklamp. Schoon duiken we tussen de lakens na Wessel welterusten te zeggen. Vandaag geen verhaaltje of liedje.

Lieve groet.


Berggorilla’s

Berggorilla’s.

Vandaag is de dag. Anne-Lise heeft goed geslapen en voelt zich beter, nog niet goed. Wessel en Peter hebben ook als roosjes geslapen. Op naar het ontbijt. Met lange mouwen, lange broek, bergschoenen, regenjacks, foto- en filmapparatuur en goede zin verlaten we ons verblijf. Het ontbijt is super. In een hoek van het restaurant staat een kok eieren en aanverwante producten op verzoek te bakken. Wij laten hem vandaag met rust, maar morgen zal hij weten dat we er zijn. We foerageren alle drie naar behoefte. Gerald eet apart. Vandaag een keertje zonder zijn vrienden. Hij is de laatste en maakt zich de pis niet lauw. Wij zijn wel een beetje zenuwachtig. We krijgen mooie stokken van Mahogany Springs, met twee gorilla’s uitgesneden, mee. Het is zo een tien minuten rijden naar de verzamelplek. Iets meer dan 24 mensen, 25 dus, verzamelen zich voor de briefing. We krijgen een film en een kort praatje te aanschouwen. Gerald heeft inmiddels met de paspoorten iets geregeld. Geen idee wat, maar het was nodig. Na het praatje naar buiten met de hele groep. Hier krijgen we nog een praatje met wat huis- en veiligheidsregels. De hoofdranger David kwijt zich goed van zijn taak. De zon begint tegen negen uur al aardig te branden. Gelukkig geen wolkje aan de lucht. Nu aan je gids vragen in welke van de drie groep je ingedeeld bent. Wij vormen een groep van negen, 2 Duitsers, 2 Fransen, 2 Oostenrijkers en wij drieën. Rita is onze ranger, verder gaat er een gewapende ranger mee. Op Peters ervaring uit vroeger tijd nemen we twee porters mee. Die dragen onze rugzak en trekken en duwen je naar boven. De porters heten Allen en Simon. Alle Oegandezen hebben een Engelse en een lokale Oegandese naam.

Na een korte rit zijn we bij het vertrekpunt. De stokken en de porters zijn een geweldige steun. Na een korte vlakke aanloop begint het klimmen. Tussen de theeplanten gaat het steil omhoog. Niks zigzag zoals in menig Alpenland. Het helling is zeker 60 graden. En dan ook nog glad. Binnen de kortste keren wordt er gehijgd en gepuft als tijdens een bevalling. Zweet pareltjes op menig hoofd. Een paar keer wordt er gestopt om te rusten en water te drinken. Na een uur komen we bij de trackers en meteen zien we de eerst berggorilla in een boom. De trackers volgen de groepen berggorilla’s en weten exact waar ze zich bevinden. Dit wordt via portofoons doorgegeven aan de ranger. Juist op de grens van het ondoordringbare regenwoud zit de dame in een boom. We moeten op zeven meter van de gorilla’s blijven. De porters blijven normaal gesproken met de bagage bij de trackers. Omdat we voor de rest van deze groep berggorilla’s het ondoordringbare regenwoud in moeten gaan er twee met ons mee. De helling blijft onveranderd steil. Maar nu komt daar de zeer dichte beplanting nog eens bij. Je moet alle moeite doen om te blijven staan. We trekken het regenwoud in. Achter een hulp van de ranger die het pad vrij kapt. Een hele toer om overeind te blijven en vooruit te komen. Overal om je heen hoor je geritsel en het breken van takken. Om ons hee;zien we de ene na de andere berggorilla. GEWELDIG! Als we er eigenlijk geen hoop meer op hebben staan we oog in oog met zilverrug, de leider van de groep. Wat een geweldig dier. Een hele bonk spieren. En zo op zijn gemaak. Misschien denkt hij wel:”over maximaal is het weer rustig, dan zijn die gluurders weer vertrokken”.

In plaats van het gebruikelijke uur blijven we ruim een kwartier langer. We hebben genoten en aanvaarden de terugweg. Maar eerst valt Anne-Lise nog in een doornstruik en haalt haar linkerhand open. Gelukkig heeft een van de Duitsers een EHBO setje bij. Ontsmetten en verbinden. Later halen we de doornen er wel uit. Bij de trackers aangekomen verenigen we ons met alle porters. Eerts wat water nuttigen. Zo steil als de klim was is de afdaling natuurlijk ook. Een hele strijd om weer beneden te komen. Onderweg nuttigen we de packed lunch. De porters leggen bladertakken neer om onze tere billetjes te ontzien. Met enkele valpartijen komt de groep veilig beneden. Gerald staat reeds geduldig te wachten.

Terug bij Mahogany Spings bestellen we een koffie voor bij de rivier. Het is er heerlijk, het ruisen van de bomen, het stromende water en de heerlijke koffie met lieve mensen. Wessel haakt als eerste af. Hij gaat douchen. Een kwartiertje later volgen wij ook. Gerald rijdt weg. We zien hem morgenochtend bij het ontbijt. Als we in ons paleisje zijn komt een medewerker vragen of we nog wensen hebben. We bestellen thee, bier en rode wijn. Rarara wie drinkt wat. Iets later komt een andere medewerker onze vieze bergschoenen ophalen. Eerst komt de thee terug, later de wijn en het Nile special biertje. Weer iets later klopt de volgende aan de poort. De bestelling voor het diner. We maken een keuze uit het menu. Om zes uur geniet Anne-Lise nog van een heerlijke uur durende massage van Emily. Fris en fruitig gaan we om half acht aan tafel. De medewerkers vragen vol interesse hoe het met Anne-Lise gaat. De drie-gangen zijn heerlijk en ruim voldoende.

Lieve groet.

Nog meer indrukken van Anne-Lise

Gefixt

Ik heb het gedaan, Wow gisteren dacht ik nog, zoals ik me nu voel moet ik afzeggen. Slap als een vaatdoek achterin mee gehobbeld. Wat een waardeloze weg, heb nog wat geslapen, en daar is alles mee gezegd. Af en toe hoorde ik de boys iets roepen en heb mijn hoofd opgetild om toch maar die speciale bosolifant gezien te hebben. De roofvogel heb ik gemist. Na 2 crackers in mijn mik gewurgd te hebben en water met o.r.s. Knapte ik wat op. De boomleeuwen gezien, wat bijzonder een landschap waar wilde dieren leven. Met de perfecte verrekijker aangeschaft nog met mijn vader bij Foka in Rotterdam 40 bij 25, heb ik ze prima kunnen zien. Prachtig liggend in de halfschaduw, lui lekker uitbuiken. Maar terugkomend op Wow moment, geklommen loodrecht omhoog met een gehuurde helper die Simon heet. Hij heeft me getrokken, geduwd en uit de vegetatie getrokken. Man man. De berggorilla zijn once in een life time. Onovertroffen. Nooit gedacht dat ik daar naast zou staan op 5 meter afstand. Stond niet boven aan de verlanglijst maar poeh TOP. Doe het als je nog kunt en wilt want het is zwaar en zeker de moeite waard. Ik sprak eergisteren een bejaarde dame uit Australië en die gaat het morgen doen. Ik weet niet hoe zij boven komt, op wilskracht!!! Peter raadde me aan om een helper te nemen voor 15 dollar, doen!!!

Hij deed het 1x in de maand omdat er zoveel zijn, is Simon niet vaker aan de beurt. De helpers doen het met rubberlaarzen en ik op stevige wandelschoenen ( kisten)het geld en de fooi wordt door iedereen gedeeld, en van de gorillatrack word 20 procent weer terug besteed aan de lokale voorzieningen in de buurt. Ik ben trots op mezelf. Lig nu heerlijk te luieren op de bank in de woonkamer van de presidentiële suite. Als first lady niet gek, krijg straks nog een massage. Omdat ik gevallen ben plat achterover en mezelf vastgreep aan alles wat voorradig was heb ik een gekraste hand, er zaten namelijk ook doorns in au,au. Maar ben super geholpen. En van Gerald kreeg ik nog Aloe Vera gel. Komt goed.

Vandaag een meisje gezien met een popje op haar rug, vastgeknoopt net als mama. Moeders dragen de baby op hun rug en heupen met een knoop op borst en een in het middel, en er zitten stevige baby s tussen. In een doek, die gebruikt word voor diverse doeleinden. De omslag doek word ook gebruikt als schort, over de nette jurk, draagdoek en hoofddoek.

Toen Grace en Gerald bij ons in Spijkenisse waren, ben ik achter het geheim van het haar van de Afrikaanse vrouw gekomen. Als het gestraitened is ( het tegenover gestelde van permanenten) met chemicaliën glad gestreken is, word het gewassen en wil het haar weer in de krul. Dus met de Föhn plukje voor plukje met kam droog föhnen. Voorzichtig want het kan breken. Denk je dat je klaar bent, mooi glad en droog, nee dan moet er brilcream/ kokosvet in gesmeerd worden bij de haarwortel, anders is het haar hard, en zacht haar is de bedoeling. Nu nog glad maken met kam. We zijn er 2 uur mee zoet geweest. Vandaar de hoofddoek bij het slapen gaan( vet hoofd kussen) en stof bij het schoonmaken. Bij Grace is het haar eigen haar maar heel vaak is het een pruik met Aziatisch haar die gedragen word. Of anders word en wol in gevlochten wat het kapsel verfraait. Wij gooien er een kleurtje in dat is weer ons geheim. Schoonheids idealen, all over the world.

Ps, nog niet vermeld, maar super leuk dat Wessel er is en me ook de berg opgeduwd, en zeker mij opgepept heeft toen ik ziek was. En 10 x zo leuk dat hij met volle teugen geniet van Oeganda. Groetjes Anne-Lise.

President.

President.

Het begon allemaal in diepe mineur. Net nu Peter redelijk doorgeslapen had, moest Anne-Lise er 4x uit om haar maag te legen. En ook haar darmen moesten meer dan leeg. Dus vanmorgen voelde zij zich als een vaatdoek. Peter dacht: als mijn varkentje er zo uit zou zien, dan slachtte ik hem. Maar hij heeft het niet gezegd. Alleen ORS en een sapje voor de zieke. De drie mannen ontbijten en genieten van het buffet. Om acht uur zouden we vertrekken, op naar de berggorrila’s. Maar er komt een kink in de kabel. Gerald is zijn smartphone kwijt. Hij werd helemaal wit volgens Wessel. Na twintig minuten zoeken komt de telefoon uit de vuile was die Gerald afgegeven had, het beddengoed.

Iets vertraagd op pad. Anne-Lise ligt languit achterin op de laatste drie stoelen. In een dorpje gaat Gerald nog op pad naar een emmer. Je weet immers maar nooit of de ORS zijn werk niet goed doet. En we zullen vast nog wel hobbel wegen tegenkomen. Na enig speurwerk komt hij terug met een emmer een pakket papieren servetten. Tot onze verbazing gaan we van de doorgaande weg af en gaan via een deel van QENP naar Kihihi. Super, misschien spotten we nog wel wat bijzonders. Eerst zien we een gekroonde adelaar en later een witte gier. We worden een heel eind begeleid door duizenden vlinders. Witte, zwarte, zwartwitte, gele en een enkele blauwe. Ze zitten op de weg of vliegen er net boven. Het zijn zeker geen monarchvlinders, maar de echte namen schieten ons niet te binnen. Af en toe zitten er bavianen op de weg. Als we door en dicht begroeid deel rijden zien we ineens bosolifanten. Wij hadden ze nog nooit gezien. Ze zijn een stuk kleiner van stuk dan de beroemde savanne olifanten. Geweldig om te zien. Heel bijzonder. Wat maken we toch allemaal mee. Het rijden schiet niet echt op. Het is optrekken, afremmen, stapvoets door een met water gevulde put of kuil rijden, optrekken, afremmen, ...... enzo verder. De snelheid komt niet boven de 40 km. Maar het blijft genieten. Met de zieke gaat het nog niet veel beter. Spugen en diaree is niet aan de orde, maar de slapte blijft.

Op een t-splitsing genieten de mannen, in de schaduw van een boom, van de het uitzicht en de meegenomen kruidnoten. Anne-Lise strekt ook even de benen, maar gaat snel weer liggen. De weg blijft onveranderd slecht. En de zon doet ook haar best. Het is lekker warm. Onder het rijden zie je Gerald steeds om zich heen kijken. Soms ziet hij een roofvogel, dan weer een aapje. Het is bij a niet te doen om hem voor te zijn. En wij hoeven geen putten en kuilen te ontwijken. Daar bij dat grote nest, op zeker 100 meter denkt hij iets te zien. We zij in de Ishasha sector van het QENP, dus het zou een boomklimmende leeuw kunnen zijn. De super telelens van Peter en de verrekijker van Anne-Lise moeten er aan te pas komen. En jawel, al gaat het lezen dan wat minder zonder bril, een leeuw in een boom op ruime afstand ziet onze vriend nog steeds. Nergens in Afrika komen boomklimmende leeuwen voor. Allen in Ishasha. En dan nog moet je goed zoeken. We moeten ver inzoemen om te leeuw goed vast te leggen. Als weer willen gaan rijden ziet hawkeye nog 3 leeuwen in een boom. Deze zijn met het blote oog wel te zien. Wat een dag wat een dag. Gerald markeert de plek op de weg met een jerrycan en een plastic fles. Ook belt hij een paar gidsen en geeft de locatie door. We vertrekken.

Op een helling zet Gerald de auto stil. De mannen genieten van de packed lunch. Een gekookt eitje, tonijnsandwich, mangosap, koekjes en een appel. Anne-Lise nuttigt twee creamcrackers.

Het landschap wordt steeds ruiger en de weg blijft slecht. De vlinders zijn verdwenen en hebben plaats gemaakt voor zwaluwen. Die van voor naar achter en terug langs de auto scheren. Mahogany Springs 15 km. Nog een half uurtje. Adembenemende landschappen trekkenk aan ons voorbij. En ook de gorilla’s. Alleen nog maar in naam, Gorilla lodge, Gorilla restaurant, Gorilla lodge, Silverback lodge en ga zo maar door. We rijden de plaats Buhoma in en nemen de afslag naar ons eindpunt. Een steil pad leidt naar een parkeerplaats 100 m verder. We staan nog niet stil of er komt al personeel aan lopen. De koffers en andere bagage wordt opgepakt. Het ziet er netjes uit. We worden ontvangen met heerlijk geurende handdoekjes en vers passievruchtensap. Gerald vraagt meteen naar de sleutel van ons verblijf, zodat Anne-Lise er naar toe kan. Wessel en ik krijgen een uitleg. Overal wifi, 24 uur per dag warm water, alles kan op kamernaam gezet worden. Als Peter vraagt wat de kamernaam is, wordt geantwoord:”the presidential suite, since you are the president”. We lachen wat en wachten maar af. We lopen snel door het hoofdgebouw. Een koffie/theehoek met allerlei thee en lekkere koekjes, heerlijke lounche bij een open haard, terras met uitzicht op het regenwoud en een shop.

Op naar mevrouw van Duijn. Het personeel voorop, wij volgen gedwee. En jawel we lopen daadwerkelijk naar de presidential suite. Wow, wat is het groot en mooi. Een ruime zitkamer met glazendeuren bij entree en bij terras. Twee riante slaapkamers met ieder twee grote bedden en een eigen badkamer, douche en toilet. De presidentsvrouw heeft reeds gedoucht en ligt te bed.

Als de dame later gewekt wordt en op het terras zit horen we geroep. Beneden bij een riviertje staan twee kinderen met papier in hun hand te zwaaien. Met de verrekijker zien we dat het tekeningen van gorilla’s zijn. We hebben geen belangstelling. Bij de ontvangst hebben we meteen het avondeten besteld. Voor de presidentsvrouw vegetarische schotel, voor de presidentszoon en de baas zelf geitenstoofpot met pocho. In het restaurant zit Gerald te wachten. Benieuwd hoe het met zijn Nederlandse vriendin gaat. We kletsen wat en hij gaat er weer vandoor. We weten nooit waar hij slaapt, maar hij vindt wel altijd iets. We genieten van de luxe verwennerij. Hete handdoekjes voor het eten, servet op schoot leggen. Water inschenken, etc. Daarnaast is het eten heerlijk. Helaas voor Anne-Lise, want die kan nog niet veel eten.

Onder voorgeleide van een ober met zaklamp betreden we het verlichte pad naar de presidentiële suite.

Lieve groet.